Skip to content
News

Coronavaccins werken ook bij patiënten met auto-immuunziekte, blijkt uit studie

Verreweg de meeste patiënten met een auto-immuunziekte maken na twee coronavaccinaties net zoveel beschermende antistoffen aan als gezonde mensen, ook als ze medicijnen slikken om hun afweer te onderdrukken. Dit blijkt uit een grote landelijke studie onder leiding van onderzoekers van het Amsterdam UMC en bloedbank Sanquin, waarvan zaterdag de eerste resultaten bekend zijn gemaakt.

Het is wereldwijd het eerste onderzoek dat duidelijkheid geeft over die grote groep patiënten. Immunoloog en onderzoeksleider Taco Kuijpers noemt de resultaten ‘boven verwachting’. De bevindingen zijn gedeeld met minister Hugo de Jonge, die volgende week moet besluiten welke patiënten in aanmerking komen voor een derde coronaprik. Kuijpers verwacht dat slechts een klein deel van alle patiënten met een auto-immuunziekte zal worden uitgenodigd.

De onderzoeksresultaten zijn alleen al in Nederland van belang voor honderdduizenden patiënten met onder meer reuma, multiple sclerose en ontstekingsziekten van de darm. Zij gebruiken vaak medicijnen die moeten voorkomen dat hun immuunsysteem zich tegen hen keert. De vraag was of door die onderdrukte afweer het coronavaccin bij hen wel voldoende effect zou hebben. Patiënten hadden soms het gevoel vogelvrij te zijn, zegt immunoloog Marieke van Ham. ‘We kregen veel mails van mensen die uit angst voor besmetting al anderhalf jaar in hun huis opgesloten zaten.’ Om die onzekerheid weg te nemen, is besloten de voorlopige studieresultaten al vrij te geven. ‘We kunnen patiënten geruststellen. De meesten reageren op de vaccins net als de rest van de bevolking.’

“Niet auto-immuunziekte maar het type medicijn dat patiënt slikt, bepaalt de respons op het vaccin”

De studie maakt duidelijk dat niet de auto-immuunziekte de respons op het vaccin bepaalt, maar het type medicijn dat patiënten tegen hun ziekte gebruiken, zegt neuroloog Filip Eftimov. De meestgebruikte afweeronderdrukkende medicijnen blijken geen problemen te geven. Tot nu toe hebben de onderzoekers van drie wat minder gangbare medicijnen vastgesteld dat ze het effect van vaccinatie lijken te onderdrukken: patiënten die ermee worden behandeld maken minder goed antistoffen aan. Dat zijn rituximab, ocrelizumab en fingolimod, middelen die op verschillende wijze ingrijpen op de B-cellen, de fabriekjes die antistoffen maken.

Een gebrek aan antistoffen hoeft niet te betekenen dat die kleine groep onbeschermd is, benadrukt Sanquinonderzoeker Theo Rispens. Er zijn aanwijzingen dat de coronavaccins bij die patiënten, net als bij gezonde mensen, andere geheugencellen van het immuunsysteem aan het werk zetten. Of dat klopt, wordt nu uitgezocht.

Dat Nederlandse artsen en wetenschappers snel zo’n grote groep patiënten konden onderzoeken, is deels geluk, zegt Eftimov. Drie jaar geleden werd het consortium T2B opgezet met het doel de overlap tussen verschillende auto-immuunziekten te bestuderen. De specialisten die daarin samenwerken, konden tijdens de pandemie snel overschakelen op onderzoek naar het effect van vaccinatie.

Back To Top